Herstelplan
FAQ
Over de tariefsaanpassing voor de levering van electriciteit
Algemeen
De elektriciteits-wet 2016, noopt tot het introduceren van een tarievenmethodologie en subsidieregeling, die voldoet aan de werkelijkheid. Al 30 jaar betaalt de bevolking structureel te weinig voor energie. Omdat de overheid ook al 30 jaar het tarief subsidieert. De EAS en de Regering hebben als prioriteit om het energiebedrijf gezond t te maken, gevolge de bepalingen die voortvloeien uit de wet. Dit is noodzakelijk voor een gezonde energiesector in Suriname, alsook voor continuïteit van de voorziening van stroom. Stroom kost eigenlijk 0.14 US-dollar cent De burger betaalt 0.04 US-dollar cent De overheid subsidieert al 30 jaar ministens 0,10 US-dollar cent per Kilowattuur.
Wat houdt de herstructurering/gezondmaking van de elektriciteitsvoorzieningssector in?
Voortvloeiende uit de nieuwe wetgeving 2016, behelst de herstructurering/ gezondmaking van de sector de volgende (beleids)maatregelen:
1. Opstart en operationalisering van de Energie Autoriteit Suriname. Een onafhankelijke autoriteit die verantwoordelijk is voor het toezicht op de sector en vooral tot doel heeft te reguleren, controleren/monitoren, informeren en adviseren.
2. Samenstelling en implementatie van het Elektriciteit Sector Plan (ESP) – Geïntegreerde strategische planning is nodig om ervoor te zorgen dat middelen efficiënt worden toegewezen om betrouwbare service te bieden. Om dit te bereiken, creëert de wet het ESP, waarin zowel een 20-jarig strategisch plan als een 5-jarig technisch plan en reguleringsplan zijn geïntegreerd.
3. Koste reflecterende en betaalbare tarieven — Tarieven die kostendekkend en betaalbaar zijn, stellen een nutsbedrijf in staat financieel duurzaam te zijn en bieden een dienst die toegankelijk is voor consumenten. Daartoe is de hervorming van de tarievenmethodologie en implementatie van een subsidieregeling noodzakelijk om zodoende tarieven vast te stellen die het elektriciteitsbedrijf in staat stellen om de werkelijke efficiënte exploitatiekosten en kapitaalinvesteringen voor de opwekking, levering, het transport en de distributie terug te verdienen. Tegelijkertijd moet de invoering van een subjectsubsidieregeling de ‘betaalbaarheid’ waarborgen door aan groepen in de samenleving een subsidie te verstrekken die de prijsschokken moet helpen absorberen.
4. Een gereorganiseerde elektriciteitssector — Om de organisatie te verbeteren en transparantie en efficiëntie te bevorderen, omschrijft de Elektriciteitswet de rollen en verantwoordelijkheden voor alle actoren in de sector. Het reorganiseert namelijk de opwekking, transmissie en distributie van elektriciteit en definieert de rollen, regels en verantwoordelijkheden voor elektriciteitsproducenten en een geherstructureerde EBS. Met name dient te EBS gereorganiseerd te worden in verschillende administratieve eenheden zoals elektriciteitsbedrijf als koper en leverancier en netbeheerder, producent, OGANE, etc. Maar ook de facilitering en toelating van zelf-opwekkers en private bedrijven die middels hernieuwbare energiebronnen en een PPA-elektriciteit kunnen leveren.
5. Aanvullende wet en regelgeving gericht op het versterken van verschillende essentiële onderdelen en randvoorwaarden van de eleketrciteitsvoorzieningssector. Hiertoe behoort ondermeer de concipiering en implementeren van aanvullende wet- en regelgeving gericht op zaken zoals geschillenbeslechting, keuringsinstantie, installateurs, nieuwe algemene voorwaarden en tarieven voor aansluitingen.
Wat is de noodzaak voor het invoeren van nieuwe tarieven methodologie?
De Staat heeft de afgelopen 30 jaar middels objectsubsidie de tarieven van elektriciteit laag weten te houden. Echter, de verstrekte subsidie vertoont reeds jaren een stijgende trend en maakt thans een substantieel deel uit van de overheidsuitgaven die in de toekomst alleen maar verder zullen stijgen. Het gevolg hiervan is dat niet de afnemer, maar de belastingbetaler steeds meer moet betalen voor het verbruik van de afnemer. Het behoeft geen betoog dat dit systeem niet te handhaven is. Het is dus noodzakelijk dat de Overheid de objectsubsidie aan het elektriciteitsbedrijf afbouwt en waar noodzakelijk het instrument van subjectsubsidie in de sector introduceert, voor zij die het echt nodig hebben.
Wat houdt de huidige subsidie van de NV EBS door de overheid eigenlijk in?
Er is thans anno 2021 sprake van zware subsidiering door de regering van ondermeer de brandstofvoorziening voor elektriciteitsopwekking, de aankoop van elektriciteit en de bedrijfskosten van de NV Energiebedrijven Suriname (EBS). In het geval van brandstof voor elektriciteitsopwekking betaalt de overheid een deel daarvan rechtstreeks. Desondanks zijn de voorwaarden voor brandstofaankopen van de overheid aan EBS niet vastgelegd in een formele overeenkomst. De regering subsidieert ook de aankoop van elektriciteit door EBS van Staatsolie Power Company Suriname (SPCS), evenals een relatief groot deel van de operationele activiteiten van het nutsbedrijf. Zonder deze subsidies zou EBS geen elektriciteit kunnen blijven leveren in Suriname. In het jaar 2019 bleek dat de subsidie aan de EBS gestegen was naar meer dan SRD 1,2 miljard op jaarbasis. Voor 2021 kan dit oplopen naar rond SRD 2,5 miljard. Conclusie: De sterke afhankelijkheid van subsidies ontmoedigt enerzijds de EBS om de operationele efficiëntie te verhogen en bestendigt de druk op de overheidsbegroting. Anderzijds behoeft het geen betoog dat de lange termijn subsidies die aan de elektriciteitsvoorzieingssector worden verstrekt, een grote negatieve invloed hebben op de overheidsuitgaven.
Hoe ziet de huidige subsidieverdeling aan de NV EBS er eigenlijk uit?
De subsidieverdeling laat ondermeer het volgende beeld zien: • Brandstofsubsidie: De regering heeft in de afgelopen jaren vrijwel onafgebroken brandstofsubsidies aan EBS verstrekt. Zo werd bijkans 70% van de door EBS geleverde elektriciteit opgewekt met gesubsidieerde zware stookolie (HFO) of diesel. In 2019 alleen was de brandstofsubsidie minstens SRD 150 miljoen. • Subsidie van elektriciteitsaankopen: De thermische elektriciteit die wordt ingekocht bij SPCS NV, een dochteronderneming van Staatsolie, wordt eveneens gesubsidieerd door de overheid. In een aparte Power Purchasing Agreement (PPA) met de regering garandeerde SPCS een minimale energieopbrengst van 440 GWh per jaar van haar eigen opwekkingscapaciteit te verkopen, welke in 2018 werd aangepast naar 340GWh. Tussen 2013 en 2016 heeft de regering SRD 690 miljoen (US $ 176 miljoen) aan subsidies verstrekt voor elektriciteitsaankopen van SPCS. Voorts heeft SPCS per 1 januari 2020 de operaties van de Afobaka Hydro Power Facility (AHPF) overgenomen nadat deze door Suralco op 31 december 2019 werden overgedragen aan de Staat. Sedert 1 januari 2020 draagt SPCS dus ook de zorg van de levering van elektriciteit van Afobakka aan de EBS. Er is thans nog steeds geen contract (Power Purchasing Agreement) tussen SPCS en de overheid en/of EBS, ondanks het feit dat er wel sprake is van garantie dat SPCS de elektriciteit welke opgewekt wordt door AHPF, aan EBS (welke ongeveer 700GWh per jaar bedraagt) levert, met een maximale piek van 100MW. Voor het jaar 2020 is de verhouding van inkomsten uit de tarieven ten opzichte van verstrekte subsidie bijkans 1 : 2. Hierbij wordt nog niet meegenomen de kapitaalkosten voor vervanging, vernieuwing en uitbreiding van de faciliteiten voor opwekking, transmissie en distributie van elektriciteit.
Nieuwe tarievenstructuur
In de nieuwe tarievenstructuur wordt er ten aanzien van het elektriciteitstarief onderscheid gemaakt tussen de volgende categorieën:
1. basistarief - een vast bedrag, dat de afnemer maandelijks in rekening
wordt gebracht voor het in stand houden van zijn aansluiting op het landelijk net,
2. verbruikstarief - een vast bedrag per verbruikte kWh, dat de afnemer in
rekening wordt gebracht en welke vermenigvuldigd wordt met het gemeten of berekende kWh-verbruik over een betreffende maand
3. arbeidsfactortarief – een bedrag per geleverde kWh en geeft het vermogen weer tussen actieve en schijnbare vermogen. Dit tarief is alleen geldig voor hoogspanningsafnemers.
Voor de vaststelling van het basistarief en het verbruikstarief gelden de navolgende bepalingen:
1. Het basistarief omvat de doorberekening van de efficiënte vaste kosten van het elektriciteitsbedrijf op maandbasis:
a. Operationele kosten van het elektriciteitsbedrijf
b. Meteropname- en incassokosten.
c. Afschrijvingen en overige onderhoudskosten.
d. Kapitaalkosten voor vervanging en uitbreiding van elektriciteitsopwekkings-, transmissie- en distributie faciliteiten van het elektriciteitsbedrijf.
e. Noodvoorzieningen voor opwekking, transmissie en distributie van elektriciteit door het elektriciteitsbedrijf.
2. Het basistarief wordt elk jaar van rechtswege aangepast aan de hand van het gemiddelde van (1) de procentuele verandering in de koers en (2) de procentuele verandering in het prijsindexcijfer, gemeten over de 12-maands periode welke 3 maanden voorafgaat aan de ingangsdatum van de aanpassing.
3. Het verbruikstarief omvat de doorberekening van de efficiënte variabele kosten van het elektriciteitsbedrijf per kWh en de institutionele kosten van de elektriciteitsvoorzieningssector:
a. inkoop van elektriciteit bij derden;
b. brandstof en smeermiddelen ten behoeve van de eigen opwekking;
c. teruglevering;
d. noodstroomvoorzieningen;
e. institutioneel: beheer en regulering;
f. aansluitingen.
g. administratieve kosten
4. Het verbruikstarief wordt elk kwartaal van rechtswege aangepast aan de hand van (a) de prognose van de variabele kosten gedurende de periode waarin het verbruikstarief zal gelden, en (b) het verschil tussen geprognotiseerde en werkelijke variabele kosten in voorafgaande periodes.
Wat is de hoogte van de nieuwe tarieven?
Met betrekking tot de hoogte van de verschillende tarieven wordt na het verrichten van de noodzakelijke berekeningen, het navolgende voorgesteld:
I. Basistarief
Afnemerscategorie Basistarief (SRD/maand) Basistarief
(SRD/kVA/maand)
LS - Huishoudelijk 1 Fase 216 -//-
LS - Huishoudelijk 2 Fase 357 -//-
LS - Huishoudelijk 3 Fase -//- 36,65
LS - Niet-Huishoudelijk 1 Fase 372 -//-
LS - Niet-Huishoudelijk 2 Fase 886 -//-
LS - Niet-Huishoudelijk 3 Fase -//- 102,03
HS - Commercieel -//- 231
HS - Industrieel -//- 215
Straatverlichting -//- -//-
II. Verbruikstarief
Afnemerscategorie Tarief
1 Laagspanningsafnemers SRD 1,214 per kWh
2 Hoogspanningsafnemers SRD 1,056 per kWh
3 Straatverlichting SRD 2,375 per kWh
Waartoe moet de herstructurering/gezondmaking van de elektriciteitsvoorzieningssector toe leiden?
Bovengenoemde maatregelen moeten uiteindelijk bijdragen aan het realiseren van de volgende doelstellingen: • Verbetering van de beschikbaarheid van elektriciteit: hiermee wordt bedoeld dat klanten een betrouwbare elektriciteitsvoorziening hebben en dat elektriciteitsleveranciers over voldoende energiebronnen beschikken die kunnen worden gebruikt om aan de huidige en toekomstige vraag te voldoen. • Zorgen voor de betaalbaarheid van de levering - Dit verwijst naar het ervoor zorgen dat de leveringskosten tot een minimum worden beperkt en de middelen efficiënt worden toegewezen. Dit omvat het verkennen van andere energiebronnen en het stimuleren van andere energieproducenten om meer kosteneffectieve oplossingen te bieden. • Verhogen van de milieukwaliteit - Dit verwijst naar milieuvriendelijke opwekking. Het omvat het gebruik van gediversifieerde energiebronnen en het verminderen van CO2, andere broeikasgassen, schadelijke stoffen en afval. De beoogde hervorming zal uiteraard alleen succesvol zijn, indien de relevante reguleringen, beleidsmaatregelen en -acties alsook mogelijke wetswijzigingen gerelateerd aan bovenstaande elementen planmatig en gefaseerd worden doorgevoerd. Conclusie: De NV EBS moet zijn eigen kosten kunnen dragen en moet ook in staat zijn de noodzakelijke investeringen in onderhoud en uitbreiding van haar distributienetwerk en energie opwekking op een zelfstandige en verantwoorde wijze binnen een financieel prudent beleidskader te plegen. De huidige tarievenstructuur en wijze van subsidie stelt het bedrijf niet in staat om op een gedegen manier haar doelen, taken en financiele verplichtingen na te komen en stimuleert ook niet om op een efficiente wijze te opereren.
Waarom zijn er zoveel schulden ten behoeve van de elektrciteitsvoorziening en de NV EBS?
De afgelopen decennia is de schuldverhouding tussen de Staat en de NV EBS geheel uit zijn voegen gegroeid en is er thans sprake van een onhoudbare, ongezonde en oneigenlijke financiele situatie. De Staat heeft in de afgelopen meer dan tien jaren zelf langlopende leningen (bijkans USD 350 miljoen) met internationale financieringsorganisaties gesloten t.b.v. de uitbreiding, vervanging en vernieuwing van faciliteiten voor opwekking, transmissie en distributie van elektriciteit door de EBS. De door de overheid verstrekte langlopende leningen aan de NV EBS kunnen niet door de EBS uit haar inkomsten afgelost worden en staat de overheid garant en heeft ook de aflossingen in zijn geheel op zich genomen. Ook is komen vast te staan dat de Staat haar elektriciteitsrekeningen van overheidskantoren, straatverlichting en andere overheidsfaciliteiten niet of nauwelijks heeft voldaan in de loop der jaren. Inventarisatie van de schuldenlast van NV EBS per 30 september 2020 laat een totaal bedrag zien van USD 356.092.927,- (SRD 5.088.567.928,-) aan leningen afgesloten door de overheid t.b.v. de NV EBS bij verschillende regionale en internationale financieringsorganisaties zoals IDB en CDB. Conclusie: Er is in de loop der jaren een zeer onevenwichtige en gecompliceerde structuur (beter gezegd vicieuze cirkel) van leningen en subsidies ontstaan. Met het afbouwen van de subsidies aan de NV EBS en het invoeren van een nieuwe tarievenmethodologie en subjectsubsidieregeling dient de overheid er zich wel van bewust te zijn dat zij haar elektriciteitsrekeningen en andere betalingsverplichtingen (welke in totaal reeds is opgelopen tot meer dan SRD 2 miljard) jegens de NV EBS op tijd zal moeten voldoen om te voorkomen dat het bedrijf en daarmee de elektriciteitsvoorziening in problemen komen.
Waarom voldoet de huidige tarievenstructuur niet?
De geldstroom naar de energiesector als geheel is complex. Onvoldoende inkomsten uit elektriciteitstarieven zijn een belangrijke factor in het onvermogen om financiële duurzaamheid van de sector te bereiken. Volgens EBS bedroeg de totale omzet van alle klanten in 2019/2020 bijkans SRD 686 miljoen. Hiernaast was meer dan SRD 1,2 miljard nodig om de EBS draaiende te houden. Huishoudelijke gebruikers van elektriciteit vormen de grootste groep consumenten. Als er gekeken wordt naar de groep van huishoudelijke afnemers alleen, blijkt dat bijkans 8% van de huishoudelijke afnemers met een verbruik boven 800kWh per maand voor ongeveer 46% bijdraagt aan de inkomsten uit de groep van huishoudens. Deze groep wordt onevenredig zwaarder belast wat in feite bijdraagt aan een grote mate van onevenwichtigheid. Het is wel een feit dat de afnemers in deze groep het redelijkerwijs wel kunnen opbrengen. Binnen de groep van huishoudens is er sprake van een grote mate van onevenredigheid en wordt in principe met de huidige tarievenstructuur alle groepen huishoudelijke afnemers gesubsidieerd. Kortom moet er binnen de groep huishoudens geëgaliseerd worden, en kan dit het best bereikt worden door de scheiding van tarievenmethodiek en subsidiebeleid. Conclusie: In principe is er thans geen duidelijk tarievenbeleid en eenduidig tarief. Hoewel de tarieven onderhevig zijn aan goedkeuring door de regering, zijn ze nooit vastgesteld op basis van de efficiënte kosten. De elektriciteitstarieven worden laag gehouden voor de consumenten en als gevolg daarvan is EBS sterk afhankelijk van overheidssubsidies om haar bedrijfskosten en kapitaalkosten te dekken.
Wat is er precies mis/aan de hand met onze elektrciteitsvoorzieningssector?
Samenvattend kan aan de hand van het voorgaande het navolgende gesteld worden ten aanzien van de actuele situatie binnen de elektriciteitsvoorzieningssector: • Er is sprake van een stroomtarief dat veel lager is dan het kostenniveau voor opwekking van de stroom; • De bedrijfsoperaties van de NV EBS kunnen thans het best gekarakteriseerd worden als structureel inefficiënt en verlieslatend; • Door de lage stroomtarieven is er geen sprake van zuinig omgaan met stroom. Hierdoor wordt de ontstane overconsumptie bij afnemers eveneens gesubsidieerd (geraamd op 15%); • De schuldenlast van de NV EBS is thans enorm, alsgevolg van leningen die zijn gesloten t.b.v. uitbreiding en vernieuwing van haar opwekcapaciteit en infrastructuur. Het bedrag komt neer op circa 350 miljoen USD; • Door de onduidelijke en onevenwichtige schuldenpositie tussen de overheid en NV EBS worden de leningen geboekt als voorschotten op de balans van de NV EBS, terwijl de subsidies voornamelijk bestaan uit de door de overheid bekostigde stroominkoop van SPCS en Staatsolie brandstof voor de EBS-generatorsets. Er is hierdoor een vicieuze cirkel van subsidies en leningen ontstaan.
Wat houdt de nieuwe tarievenmethodologie en -structuur eigenlijk in?
Momenteel wordt door NV EBS een tarievenstructuur toegepast waarvan het tarief lager ligt dan de kostprijs en waarbij de tarieven zelf laag worden gehouden door middel van objectsubsidie. De huidige tariefberekening gaat uit van een staffelmodel waarbij voor verschillende vastgestelde verbruikscategorieen verschillende kWh-prijzen gelden. De subsidie wordt indirect verwerkt in het tarief, waardoor het in feite een ieder ten goede komt, en tevens overconsumptie stimuleert. Dit systeem is erg gecompliceerd en is niet gestoeld op een duidelijke methodologie die resulteert in een kWh-prijs ongeacht het verbruik. De tariefsaanpassing zal derhalve gebaseerd worden op een eenduidige en transparante tarievenmethodologie welke de doorberekening van de vaste kosten en variable kosten voor opwekking, aankoop, transmissie en distributie van elektriciteit weerspiegelt.
Wat voor invloed zal de nieuwe tarievenmethodlogie en subsideregeling hebben op de overheid?
Het tarief ligt momenteel ver onder de kostprijs waardoor de objectsusbsidie op jaarbasis zal oplopen tot zeker meer dan SRD 2 miljard. De overheid is niet in staat om gezien haar precaire financiële situatie de EBS te blijven subsidiëren op hetzelfde niveau als nu. De druk op de begroting is enorm en is thans onhoudbaar. Door de overschakeling naar subjectsubsidie zal de subsidiëring naar verwachting teruggebracht kunnen worden naar een niveau welke beter door de staatskas gedragen kan worden. Dit biedt de regering meer ruimte om de vrijgekomen middelen in te zetten voor de verdere stabilisering en uiteindelijke groei van de economie, het ondersteunen van de sociaalzwakkeren en voorts ook te werken aan de verdere versterking van de elektriciteitsvoorzeiningssector.
Wat zijn de uitgangspunten voor een nieuwe tarievenmethodologie en subsidieregeling?
De Elektriciteitswet maakt duidelijk dat een nieuw in te voeren tarievenmethodologie in lijn moet zijn met een aantal uitgangspunten: 1. Kostendekkend en rationeel - In het kader van de herstructurering en gezondmaking van de elektriciteitsvoorzieningssector dienen er tarieven vastgesteld te worden volgens een methodologie die het elektriciteitsbedrijf in staat moet stellen om de werkelijke efficiënte exploitatiekosten en kapitaalinvesteringen voor de opwekking, levering, het transport en de distributie terug te verdienen. Hierdoor zal er op een transparante en duurzame wijze de elektriciteitsvoorziening in Suriname gewaarborgd kunnen worden. 2. Prestatie gebaseerd en efficient - tarieven moeten nutsbedrijven stimuleren om hun productie-efficiëntie en servicekwaliteit te verbeteren (of op zijn minst te behouden). Uiteindelijk zal de tarievenmethodologie ervoor moeten zorgen dat de EBS een efficiënte, hoogwaardige service biedt, terwijl afnemers worden beschermd tegen het betalen van tarieven die te hoog zijn in verhouding tot de service die ze ontvangen. 3. Maatschappelijk aanvaardbaar — Hoewel tarieven efficiënte resultaten kunnen opleveren, is het belangrijk dat tarieven er ook voor moeten zorgen dat elektriciteit betaalbaar en toegankelijk blijft voor alle klanten. Overheidssubsidies zullen beschikbaar moeten zijn voor bepaalde consumenten die zich thans een tariefverhoging niet zullen kunnen veroorloven. 4. Geloofwaardigheid en legitimiteit — de overheid en het publiek moeten erop kunnen vertrouwen dat de tarievenmethodologie een algemeen erkende en geaccepteerde methode is die uiteindelijk zijn doelstellingen zal bereiken. Kortom zal een nieuwe tarievenmethodologie er in moeten resulteren dat de EBS een efficiënte, hoogwaardige service biedt, terwijl afnemers worden beschermd tegen het betalen van tarieven die te hoog zijn in verhouding tot de service die ze ontvangen.
Wat zijn precies de veranderingen bij de implementatie van de nieuwe tarievenstructuur?
Concreet zal de introductie van de nieuwe tarievenstructuur zich praktisch vertalen in de navolgende wijzigingen en vernieuwingen: – Een nieuwe indeling van afnemerscategorieen (vereenvoudiging) – Introductie van een elektriciteitstarief bestaande uit een basistarief en een verbruikstarief en een arbeidsfactortarief (alleen voor hoogspanningsafnemers) – Vervanging van de staffelmethode tarievenstructuur met een tarievenstructuur gebaseerd op efficiente vaste en variabele kosten voor opwekking, transmissie en distributie van elektriciteit. – Vereenvoudigde en gestructureerde tariefberekening (doorrekening van vaste kosten naar een basistarief en variabele kosten naar een verbruikstarief) – Afschaffing van vastrecht (incorporatie in basistarief) – Aansluitkosten gebaseerd op effciente kosten en vervat in aansluittarieven – Introductie van de mogelijkheid van saldering van elektriciteit door zelfopwekkers met een teruglevertarief – Vaststelling van tarieven van rechtswege na verificatie van de EAS Met het introduceren van de nieuwe tarievenmethodologie zal de elektriciteitsrekening van de verschillende type afnemers met uiteenlopende percentages veranderen.
Wat betekent de invoering van de nieuwe tarievenstructuur concreet voor de NV EBS en de overheid?
De EBS betaalt zelf voor de inkoop van elektriciteit (Hydro en Thermo van SPCS) De EBS betaalt zelf haar olierekening De EBS zorgt zelf voor de aflossing van haar leningen De Overheid betaalt haar elektriciteitsrekening op tijd De Overheid betaalt de rekening van de straatverlichting De tarievenmethodologie wordt gevoed door de juiste randvoorwaarden en inkoopprijzen voor olie De berekening van de tarieven is gebaseerd op de juiste kostprijs van elektriciteit
Waarom Subjectsubsidie?
De regering zal er rekening mee moeten houden dat substantiële tariefaanpassingen een negatief effect kunnen hebben op de publieke perceptie. Dit kan de betalingsbereidheid van klanten verminderen en het inningspercentage van de NV EBS beïnvloeden. Om te voorkomen dat klanten de prijsschok ervaren, zal de overheid moeten besluiten welke groepen van huishoudelijke alsook niet-huishoudelijke afnemers te subsidiëren. Voor alle soorten klanten moet tenminste een minimumverbruik worden gedekt. Hoewel de hoogte van de subsidie per klanttype zal verschillen, zal de subsidiemethodiek de effectieve kosten van elektriciteit voor desbetreffende klanten verlagen. Voor wat de subsidieregeling betreft wordt deze in een apart staatsbesluit geregeld. De principes voor de subsidieregeling zijn als volgt te formuleren: • Iedereen betaalt het elektriciteitstarief met dezelfde grondslagen en bedragen voor verbruikstarief en basistarief (gelijkheid). • Opties voor degene die het zich niet kunnen permitteren o Stroomverbruik verminderen door efficiënt gebruik door bv Led-verlichting, etc. o Veranderen van fase aansluiting • Blijvende ondersteuning van de overheid in de vorm van subjectsubsidie o Rechtstreekse uitkering aan klanten (huishoudelijk en niet-huishoudelijk) met een 1- of 2-fase aansluiting De nieuwe regeling houdt in dat subsidies rechtstreeks aan klanten kunnen worden verstrekt (subjectsubsidie). Het subsidiebedrag dat aan een klant wordt verstrekt, zal in eerste instantie worden vermeld op de facturen, die het elektriciteitsbedrijf aan klanten verstuurd, als een korting. De maandelijkse factuur voor elke klant moet de totale gemaakte kosten, het verstrekte subsidiebedrag op basis van het verbruik en het resterende te betalen saldo bevatten. Het totale subsidiebedrag kan vervolgens maandelijks per klantengroep worden geconsolideerd en gefactureerd aan het ministerie van Financiën en Planning. Met de overschakeling van objectsubsidie naar subjectsubsidie en de ontwikkeling van een nieuwe tarievenstructuur is het thans mogelijk om een strikte scheiding aan te brengen tussen enerzijds de tarievenstructuur en anderzijds de verstrekking van subsidies.
Wie zal nog meer subjectsubsidie ontvangen?
Naast huishoudelijke afnemers zal er ook nodige aandacht besteed moeten worden aan de kwetsbare afnemers zoals bejaardentehuizen, ziekenhuizen, kindertehuizen, scholen etc. De Regering erkent het belang en de rol van deze kwetsbare afnemers, die zonder winstoogmerk primair actief zijn op het gebied van sport, religie, educatie, gezondheidszorg, ouderenzorg, jeugdzorg, of cultuur, voor de Surinaamse samenleving. Door het toepassen van een grote mate van transparantie in de procedure van vaststelling van de lijst van kwetsbare afnemers, streeft de regering er naar de bedoelde lijst te vrijwaren van willekeur en oneigenlijke toekenning van subsidies. Voor deze groep afnemers, die zullen moeten voorkomen op een door de overheid officiële vastgestelde lijst van kwetsbare afnemers, zal de regering periodiek het subsidiebedrag kunnen vaststellen en deze vervolgens in mindering laten brengen van de elektriciteitsrekening middels een korting.
Wat houdt de nieuwe subjectsubsidieregeling in?
De subsidie zal in eerste instantie vooral gericht zijn op huishoudelijke en de niet-huishoudelijke afnemers en andere kwetsbare groepen zijnde niet-huishoudelijke afnemers met een sociaal karakter (ziekenhuizen, bejaardentehuizen, crèches, etc). Voor wat de huishoudelijke en niet-huishoudelijke afnemers betreft, wordt de volgende subsidieregeling geimplementeerd: • Huishoudelijke afnemers met 1- en 2-fase aansluiting: SRD 320,- per maand • Niet-Huishoudelijke afnemers met 1- en 2-fase aansluiting: SRD 250,- per maand Per afnemerscategorie (ingedeeld naar fase aansluiting en de capaciteit om te bezuinigen of te rationaliseren) is het effect van de aanpassing van de tarieven en toepassing van subsidies op het gezinsinkomens (per scenario weergegeven), in de navolgende tabellen met voorbeeld rekeningen duidelijk zichtbaar gemaakt. Ook is uitgewerkt in een andere tabel de hoogte van de subsidiekosten, zodat duidelijk zichtbaar wordt hoeveel het totaalbedrag aan subsidies zal zijn welke ten laste zal komen van de overheidsbegroting. Financieel effect voor huishoudens conform subsidie van SRD 320 per maand voor 1- en 2-fase aansluitingen Soort aan-sluiting Huidig verbruik Huidige rekening Rationeel verbruik Rationele rekening Nieuwe rekening (na subsidie) Toename zonder subsidie Toename met subsidie 1 fase 96 kWh SRD 37,- 96 kWh SRD 333,00 SRD 50,00 SRD 296,00 SRD 13,00 1 fase 167 kWh SRD 56,- 167 kWh SRD 420,00 SRD 100,00 SRD 364,00 SRD 44,00 1 fase 220 kWh SRD 72,- 220 kWh SRD 484,00 SRD 164,00 SRD 412,00 SRD 92,00 1 fase 501 kWh SRD 171,- 426 kWh SRD 736,00 SRD 416,00 SRD 565,00 SRD 245,00 2 fase 800 kWh SRD 373,50 680 kWh SRD 1182,52 SRD 862,52 SRD 808,02 SRD 489,02 2 fase 1303 kWh SRD 1033,- 1108 kWh SRD 1708,00 SRD 1388,00 SRD 675,00 SRD 355,00 3 fase 3021 kWh SRD 3286,- 2568 kWh SRD 3786,00 SRD 3786,00 SRD 500,00 SRD 500,00 Afnemers die in aanmerking komen voor subjectsubsidie dienen alleen het vermelde saldo op de elektriciteitsrekening te voldoen, met dien verstande dat het minimum te betalen bedrag voor de elektriciteitsrekening niet lager dan SRD 50,- per maand mag bedragen.
Waarom subjectsubsidie voor 1- en 2 fase aansluitingen?
De keuze voor subsidiering van afnemers met een 1- of 2- fase aansluiting ligt vooral in het feit dat bij 3-fase aansluitingen het vooral gaat om het kunnen draaien van meerdere airco’s, boilers en ander apparatuur welke een duidelijke indicatie is dat het in deze gaat om een afnemer die in staat is om het vastgestelde tarief te betalen of de nodige bezuinigingen zelf door te voeren. Afnemers met een 1- of 2- fase aansluiting behoren grotendeels tot de groep social zwakkeren en midden-klasse die vaak genoeg niet beschikken over een toereikend inkomen om zich meerdere airco’s en ander luxe apparatuur (met vaak een hoog kWh-verbruik) te veroorloven of in staat zijn om verder te bezuinigen. Deze groep is dan ook geidentificeerd als degene die in aanmerking dienen te komen voor subsidie. Het credo dat de breedste schouders de zwaarste lasten dienen te dragen is inherent aan het vaststellen van de draagkracht op basis van de draaglast en dus het inkomen i.p.v. op basis van de constructie van een staffelstructuur met uiteenlopende kWh-prijs per verbruikscategorie.
Zal de overheid altijd subjectsubsidie blijven verschaffen aan huishoudelijke en niet-huishoudelijke afnemers?
De subsidiemethodiek zal in de komende jaren (2021 tot en met 2023) verder evolueren, zodat subsidies uiteindelijk worden toegekend uitsluitend op basis van betaalbaarheid. Volgens de Elektriciteitswet zouden subsidies moeten worden toegekend om elektriciteit betaalbaarder te maken voor publieke groepen en om de industriële productie van geselecteerde bedrijven te ondersteunen. De subsidiemethodiek moet op den duur worden aangepast zodat alleen klanten die financiële steun nodig hebben, subsidies van de overheid ontvangen. Huishoudens met lage inkomens besteden bijvoorbeeld een groter deel van hun inkomen aan elektriciteit en kunnen zich minder snel basisstroom veroorloven. Subsidies moeten daarom elektriciteit betaalbaar maken voor deze en andere kwetsbare afnemers. Bij de invoering van de subjectsubsidieregeling per 1 juli 2021 zal het bovenstaande nog niet goed mogelijk zijn aangezien de infrastructuur en data nog niet aanwezig zijn om een juiste beoordeling te kunnen maken van de rechtmatigheid van een individu of gezin om in aanmerking te komen voor subjectsubsidie en dit vervolgens te toetsen. Een algehele regeling voor huishoudens met 1- of 2- fase aansluiting (88% van de aansluitingen) zal in eerste instantie een goede manier zijn om in de overgangsfase ook de doelgroepen waar het uiteindelijk om gaat mee te nemen in het proces van subsidiering.
De Staff Level Agreement (SLA) met het IMF
Wat zijn de voordelen van een overeenkomst met het Internationaal Monetair Fonds (IMF)?
Doordat het IMF achter Suriname staat, gaan hierdoor de deuren open bij andere instituten (b.v. Wereldbank, IDB) die extra middelen beschikbaar stellen. Daarnaast is Suriname in een veel sterkere positie o met schuldeisers (met name Oppenheimer bondholders) te onderhandelen over schuldherschikking. Verder geeft het internationaal een signaal af dat Suriname serieus bezig is haar economie op orde te stellen, wat voor potentiële investeerders belangrijk is. Tenslotte heeft het IMF veel expertise op bepaalde gebieden opgebouwd, die kan worden ingezet.
Komen we hiermee uit de economische crisis?
De overeenkomst met het IMF is onderdeel van het traject om uit de crisis te komen en helpt ons de eerste jaren te overbruggen. Het is wel een heel belangrijke stap, omdat hiermee heel veel andere deuren voor Suriname opengaan. Andere maatregelen blijven nog steeds hoog nodig voor een herstel van onze economie. Deze zijn opgenomen in het Herstelplan.
Hoe lang zal het duren voor we de effecten zien?
De effecten zullen direct merkbaar zijn, met name op het gebied van de koers en de prijzen. Door de ondersteuning van het IMF zal de koers beheersbaar worden. Maar het zal nog enige tijd duren voordat we helemaal uit de crisis zijn. De verwachting is dat het proces van herstel ongeveer een tot twee jaar zal duren.
Over het IMF en het programma (Extended Fund Facility)
Wat is het IMF?
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) is een internationale financiële instelling gevestigd in Washington, DC. Er zijn 190 landen lid van het IMF, waaronder ook Suriname. Het doel van het IMF is het bevorderen van wereldwijde monetaire samenwerking, het verzekeren van financiële stabiliteit, het faciliteren van internationale handel, het bevorderen van hoge werkgelegenheid en duurzame economische groei en het verminderen van armoede.
Elk lid van het IMF (dus ook Suriname) kan hulp vragen aan het IMF indien het kampt met dusdanige financieel-economische problemen, die niet op te lossen zijn zonder assistentie van het IMF.
Wat houdt Staff Level Agreement (SLA) in?
Staff Level Agreement houdt in dat Suriname en het IMF er over eens zijn wat het programma (in dit geval een Extended Fund Facility) zal inhouden. Daarmee is de weg naar de Board Approval vrij en kan het traject voor formele goedkeuring worden ingezet. Het is een ‘gentlemen agreement’ d.w.z. beide partijen houden zich er aan, tenzij er iets abnormaals gebeurd.
Wat houdt een ‘Extended Fund Facility (EFF)’ in?
Een EFF heeft als doel een land dat in grote financiële problemen is komen te verkeren, te helpen om de economie weer op de rails te brengen. Het land ontvangt dan financiële steun (een zachte lening) om maatregelen te treffen, zodat begrotingsonevenwichtigheden structureel worden opgelost. Zo een onevenwichtigheid houdt in dat een land te kampen heeft met te hoge uitgaven die niet met de inkomsten te dekken zijn.
Het spreekt voor zich dat het aanvragen van een EFF wil zeggen dat een land behoorlijk in de problemen zit. Dit is het geval met Suriname, waarbij slecht economisch beleid de afgelopen jaren heeft geleid tot een enorm hoge schuldenpositie, die te zwaar drukt op de begroting.
Er werd eerder gezegd dat Suriname een ‘Stand-by Arrangement (SBA)’ met het IMF zou aangaan. Wat is een SBA en waarom is er in de plaats daarvan nu gekozen voor een EFF? Wat zijn de verschillen?
Een SBA is te vergelijken met een EFF, met het verschil dat een EFF een iets langere looptijd heeft dan een SBA. Hierdoor biedt een EFF meer flexibiliteit. De verschillen zijn niet zo groot, maar gedurende het proces kwam naar voren dat een EFF toch beter past bij de specifieke situatie van Suriname. Daarom is alsnog gekozen voor een EFF.
Daarnaast is een belangrijk verschil tussen een EFF en een SBA dat de terugbetaaltermijn van de lening bij een EFF langer is, namelijk 4,5 tot 10 jaar. Bij een SBA is de terugbetaaltermijn 3,25 tot 5 jaar.
Wat is de relatie tussen het Herstelplan en het EFF?
De maatregelen om de economie te herstellen zijn opgenomen in het Herstelplan. Het EFF bouwt voort op dit Herstelplan. Wat voor het IMF belangrijk is, is dat deze maatregelen werkelijk leiden tot een duurzaam herstel van de economie. Omdat het IMF het vertrouwen heeft in de regering dat deze het Herstelplan succesvol zal uitvoeren, is het IMF bereid tot financiële ondersteuning.
Is een EFF een schenking of een lening?
Een EFF is een lening die het IMF aan een land verstrekt. Dit is wel een ‘zachte’ lening tegen heel gunstige voorwaarden, waaronder een lage rente en een lange terugbetaalperiode. De lening zal op een gegeven moment dus wel terug moeten worden betaald. Maar de verwachting is dat door het EFF de economie zodanig verbetert, dat deze terugbetaling geen probleem zal zijn.
Hoe groot is het bedrag en wanneer ontvangt Suriname het geld?
Suriname zal van het IMF een bedrag van circa 690 miljoen USD ontvangen die wordt uitgekeerd over een periode van drie jaren. De uitkeringen vinden plaats nadat de IMF board zijn goedkeuring heeft verleend (Board Approval). Dat is over circa 2 tot 3 maanden na de Staff Level Agreement (SLA).
Moet Suriname rente betalen over de 690 miljoen USD?
Ja. Maar de hoogte van de rente is wel een stuk lager (de helft) dan de rente bij commerciële leningen.
Vindt er binnen het EFF monitoring plaats door IMF en zo ja hoe?
Ja. Suriname zal op periodieke basis (jaarlijks, maandelijks, wekelijks) rapporteren aan het IMF. De informatie die moet worden gerapporteerd, wordt vooraf vastgelegd. Deze rapportage is van groot belang voor Suriname, want hiermee kan continu worden bijgehouden hoe het herstel verloopt, en kan er snel worden bijgestuurd waar nodig.
Het schuldenvraagstuk
Wat is de huidige staatsschuld van Suriname en wat zou deze eigenlijk mogen zijn?
Suriname heeft een staatsschuld van ongeveer SRD 57 miljard oftewel meer dan 159% van het Bruto Binnenlands Product (BBP). De wettelijke norm is 60%. De werkelijke schuld van Suriname is dus veel hoger dan de norm. De schuld zou maximaal SRD 22 miljard mogen zijn.
Wat is het gevolg van de hoge staatsschuld?
Doordat de schuld zo hoog is, heeft Suriname te maken met zeer grote schulduitgaven, dat wil zeggen rentekosten en terugbetalingskosten. Suriname kan deze niet dragen. Waar het op neerkomt, is dat het grootste deel van de inkomsten van de Staat wordt gebruikt om leningen af te lossen. Er blijft hierdoor geen geld meer over om andere kosten en investeringen op een normale manier te kunnen financieren.
Welke maatregelen zijn nodig om van de schuld af te komen en de economie te herstellen?
Hiervoor zijn fundamenteel gezien twee zaken nodig: het verlagen van de uitgaven van het land (b.v. subsidies, schulden) en het verhogen van de inkomsten (b.v. belastingen, productie). De schuldherschikking is een belangrijk onderdeel van het verlagen van de uitgaven.
Het Herstelplan en het EFF richten zich op zowel kostenverlagende als inkomstenverhogende maatregelen. Binnen deze is het verlagen van de schuldkosten (rente en afbetalingen) een zeer belangrijke maatregel.